Laat ik mezelf tenminste nu bedriegen met illusies Opdat ik niet de leegte van mijn leven merk.
Zovele keren ben ik zo nabij geweest. En hoe verlamd, hoe schuchter was ik Waarom hield ik mijn lippen op elkaar Terwijl mijn lege leven in mij weende En mijn begeerte zwarte kleren droeg.
Zovele keren zo dicht bij je te zijn geweest, Bij de ogen, bij je plagende lippen, Bij je schaars beklede, verrukkelijke lichaam Zovele keren, zo dicht bij te zijn geweest.